Zondag
waren PSV supporters weer eens getuige van een spitsengebaartje. Na
het vingertje van Romario, de brede (en scheve) grijns van Ronaldo,
het in de lucht houden van de cornervlag door Nilis, het knielen bij
de cornervlag van Van Nistelrooy en het met de duimen wijzen naar de
naam op de rug van Kezman, hebben we nu de middelvinger van Jeremain
Lens. Maar waar de eerstgenoemden dit gebaar maakten na het maken van
een van hun vele doelpunten, richtte Lens zijn middelvinger naar zijn
eigen aanhang na een wanprestatie op het veld.
Het
gebaar van Lens is tekenend voor dit hele voetbalseizoen. De spelers
van PSV werden zo'n 9 maanden geleden de wei in gestuurd met maar één
opdracht: kampioen worden. En die missie lijkt nu voor de 5e keer op
rij hopeloos te falen. Kampioensstress noemen ze dat. Je zou het ook
het gevolg van de 'ik eerst, dan pas de rest'- houding van de
PSV-spelers kunnen noemen.
In
mijn alleroudste bewuste voetbalherinneringen werd PSV eigenlijk
nooit kampioen. Ja ik wist wie Romario was, maar die had ik nooit een
hele wedstrijd zien spelen, hooguit in de samenvattingen van Studio
Sport. Zijn opvolger, Ronaldo, heb ik wél live zien voetballen. Tot
de dag van vandaag is hij het grootste fenomeen die ik ooit live heb
zien spelen. Bovenal was het, in ieder geval in 1994/'95, een heel
bescheiden jongen die in het Nederlands, mét zachte g, voor de
camera's zachtjes kenbaar maakte dat hij 30 goals zou maken in de
Eredivisie. Hij hield nog woord ook. PSV werd derde en Ajax won de
Champions League.
Naast
Ronaldo stond Luc Nilis. Om als 10 jarige naar Luc Nilis te kijken,
is nergens mee te vergelijken. Hooguit met je eerste vrijpartij. Als
Luc Nilis een bal trapte, hoorde je de bal kreunen van genot.
Hetzelfde gekreun wat je hoort bij het ontmaagden van een meisje. Een
beetje pijn door de kracht die je ervoor moet zetten, maar man wat
ging ie er lekker in. De bal in het doel bedoel ik dan. De hakbal
tegen FC Utrecht kan erover meepraten. Nilis speelde 6 jaar bij PSV,
won 2 landstitels, één beker en een twee Supercups, alhoewel hij
bij die tweede niet meespeelde geloof ik.
Een
paar jaar nadat Ronaldo er al een avontuur in Barcelona op had
zitten, vormde Nilis een spitsenduo met Ruud van Nistelrooy. Van
Nistelrooy kwam in een vreemdelingenlegioen terecht, hij en Theo
Lucius waren de enige Brabanders in de selectie. En waar alle exoten
die PSV had aangetrokken de ene na andere miskleun bleken te zijn,
reeg Van Nistelrooy de doelpunten aan elkaar. De een nog mooier dan
de ander. Zo schoot hij er in een niet eens gewonnen thuiswedstrijd
(Roda JC, 3-3) de bal vanaf de middellijn in het doel en maakte hij
een weergaloos doelpunt tegen Ajax. Eenendertig eredivisiegoals (en
zes Champions League goals) later was Van Nistelrooy het seizoen erop
nog meer op dreef. In 23 wedstrijden maakte hij 29 goals, waarna een
blessure hem van het eeuwenoude record van Coen Dillen afhield. Maar
zijn bijdrage aan een van de mooiste kampioensschappen van PSV ooit
was evident. Bij zijn terugkeer na zijn blessure pakte hij nóg een
landstitel, waar hij in feite niet zoveel aan bij had gedragen
(behalve 3 punten thuis tegen FC Twente, 2-1 red.) mee, en vertrok
naar Manchester.
De
opvolger van Van Nistelrooy speelde toen al bij PSV. Zijn naam:
Mateja Kezman. Zijn beroep: heel veel goals maken en daarna lekker
naar z'n rug wijzen. Kezman was geen wereldvoetballer, maar maakte
heel veel, en soms hele mooie doelpunten. Zijn goal tegen Manchester
United werd ooit verkozen tot mooiste PSV goal allertijden. Tot op
heden is hij de meest scorende buitenlander in Nederland.
Deze
vier helden werden door de PSV-supporters in de armen gesloten. In
totaal speelden ze 15 seizoenen voor PSV. In diezelfde 15 seizoenen
werd PSV vier keer ('97, '00, '01 en '03) landskampioen. Geen hoog
gemiddelde voor een club die in de afgelopen 10 jaar 5 keer kampioen
werd.
De
huidige selectie zou er eens zijn conclusies uit moeten trekken.
Éérst je eigen aanhang voor je winnen. Dán pas de rest van het
land.